Auteur: Marc Wiegman
Deelprotocollen

Veiligheid medewerker(s) bij overledenenzorg

Het welzijn van medewerkers en andere aanwezigen (zoals nabestaanden) dient tijdens overledenenzorg te allen tijde prioriteit te zijn!

Voor medewerkers waarvan overledenenzorg deel uitmaakt van de werkzaamheden sluit dit onderwerp aan op arbeidsomstandigheden (Arbo) zoals bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) en heeft als doel het beschermen en bevorderen van het welzijn (gezondheid) van de medewerker.

Het onderdeel veilig werken in dit protocol geldt dan ook niet alleen voor medewerkers die betrokken zijn bij het aspect “de laatste zorg” maar ook voor medewerkers die zich bezighouden met hulpverlening, onderzoek en rouwvervoer. De betrokken disciplines die dit aangaat zijn: verpleegkundigen en verzorgenden, mortuariumbeheerders, schouwartsen (behandelend artsen en gemeentelijke lijkschouwers), politiefunctionarissen, medewerkers brandweer, medewerkers ProRail, medewerkers rouwvervoer en medewerkers defensie.

Onder welzijn wordt verstaan:

  • Lichamelijke gezondheid
    • Voorkomen van besmetting
    • Voorkomen van klachten aan het bewegingsgestel
  • Psychische gezondheid
    • Voorkomen van burn-out
    • Voorkomen van overspannenheid
    • Voorkomen van Post Traumatisch Stress Stoornis (PTSS)

Zorg voor elkaar

Het is van groot belang dat naast uw eigen welzijn het welzijn van collega’s en andere betrokkenen bij overledenenzorg voorop staat boven de handeling overledenenzorg!

Naast adequate maatregelen om uw eigen lichamelijke gezondheid te beschermen dient u andere aanwezigen dezelfde adequate beschermingsmiddelen aan te bieden en te wijzen op het belang van het gebruik van deze beschermingsmiddelen. Eventueel is instructie in het gebruik van beschermingsmiddelen en begeleiding noodzaak.

Met betrekking tot het psychische aspect is van belang dat tijdens en na de werkzaamheden aandacht wordt besteed aan het psychische welzijn van eenieder. Voor eventuele verwerking van omstandigheden en gebeurtenissen kan napraten en evaluatie uitkomst bieden.

Extra aandacht dient te worden besteed aan medewerkers / aanwezigen die geen ervaring hebben met overledenenzorg. Begeleiding van leerlingen / studenten is hier een voorbeeld van.

Het vroegtijdig herkennen van psychische problematiek en verwijzing naar professionele dienstverlening kan een hoop ellende voorkomen!

Besmettingsgevaar en voorkomen van besmetting

In de terminale fase neemt het aantal micro-organismen sterk toe doordat sprake is van een verminderde weerstand.
Na overlijden neemt het aantal (schadelijke) micro-organismen explosief toe doordat de weerstand van het lichaam tegen de vermenigvuldiging van micro-organismen geheel is verdwenen. Dit proces maakt deel uit van het ontbindingsproces.

Tijdens overledenenzorg komen betrokkenen in aanraking met deze verschillende (schadelijke) micro-organismen.
Om besmetting en kruisbesmetting te voorkomen dienen betrokkenen adequate beschermingsmaatregelen te treffen zodat gevaar voor besmetting en kruisbesmetting geminimaliseerd wordt. Een veilige werkomgeving betreft niet alleen het gebruik van beschermingsmiddelen, maar persoonlijke hygiëne en hygiëne werkomgeving spelen ook een belangrijke rol!

Naast het nemen van adequate beschermingsmaatregelen dient men ook met beleid te werk te gaan, zeker als sprake is van gevaar voor prik-, snij-, spataccidenten.

Cytostatica en radionucliden

Niet alleen bij (schadelijke) micro-organismen is sprake van besmettingsrisico. De aanwezigheid van cytostatica en radionucliden (radioactief jodium I-125 en I-131) in het lichaam van een overledene vormt een hoog besmettingsrisico voor eenieder die zorg aan de overledene verleent of die zich in de nabijheid van de overledene bevinden. Ook bij cytostatica en radionucliden dient men gebruik te maken van adequate beschermingsmiddelen om gevaar van besmetting te minimaliseren / voorkomen.

Prik-, snij- en spataccidenten

Bij een aantal (technische) handelingen in de overledenenzorg bestaat gevaar voor prik-, snij- en spataccidenten.
Het is van belang om prik-, snij- en spataccidenten te voorkomen door voorzichtigheid in acht te nemen en doordacht te werk te gaan.

Botfragmenten

Extra aandacht voor gevaar van prik-, snij, -spataccidenten dient te worden besteed bij het werken met traumaslachtoffers en overledenen die leden aan osteoporose (botontkalking), osteopsathyrose (broosheid en breekbaarheid van beenderen) of een osteosarcoom (botkanker).

Huiddefecten die bij de medewerker ontstaan door botfragmenten van een overledene brengt altijd besmetting met zich mee. Vooral tijdens draaimomenten en bij het verplaatsen van de overledene kunnen gebroken botten en botfragmenten onafhankelijk van elkaar bewegen en zorgen voor een groot risico op prik- en snijaccidenten. Botfragmenten zijn zeer scherp waarbij reguliere beschermingsmiddelen zoals rubber-, latex- of nitril handschoenen onvoldoende bescherming bieden om prik- en snijaccidenten door botfragmenten te voorkomen. Aanvullende beschermingsmaatregelen kunnen noodzakelijk zijn.

In geval sprake is van de aanwezigheid van (mogelijke) botfragmenten dient men verzorgingsmomenten zo kort mogelijk te houden en zo weinig mogelijk gebruik te maken van til- en draaimomenten.

Prik-, snij-, spataccident protocol

In geval van een prik-, snij- of spataccident dient een adequaat Prik-, snij-, spataccident protocol te worden gevolgd!
Bijna alle werkgevers in de gezondheidszorg beschikken over een dergelijk protocol. U volgt de aangegeven instructie van dit instellingsprotocol!

Ook nooddiensten zoals politie, brandweer en ambulancediensten beschikken doorgaans over een werkinstructie met betrekking tot prik-, snij-, spataccidenten. Medewerkers van deze diensten dienen als sprake is van een prik-, snij-, spataccident dit protocol te volgen.

Als geen sprake is van een "Prik-, snij-, spataccident protocol" dient u direct te handelen volgens de instructies zoals staan beschreven in het deelprotocol “Prik-, snij-, spataccident” uit het protocol “Besmettingsgevaar & beschermingsmaatregelen” op deze website.

Voorkoming van klachten aan het bewegingsgestel

Bij overledenenzorg is bijna altijd sprake van een zeer hoge fysieke belasting voor de medewerker(s).
Het is belangrijk dat bij verplaatsing van een overledene de draaglast niet groter is dan de draagkracht van de medewerker.

  • Maak indien mogelijk gebruik van schuiftechnieken in plaats van tillen.
  • Maak indien mogelijk gebruik van instructies uit een cursus tiltechnieken.
  • Maak indien mogelijk gebruik van hulpmiddelen in plaats van zelf te tillen.

Op een moment dat de draaglast groter is dan de draagkracht is het verstandig om assistentie in te schakelen van collega’s of andere disciplines zoals de brandweer. Zie voor meer informatie de items "Fysieke belasting" op deze website.

Psychische gezondheid

Net als bij het tillen van een overledene is van belang dat draaglast niet groter is dan de draagkracht van de medewerker.

In geval de psychische draaglast te groot is dient een medewerker de overledenenzorg niet uit te voeren! Zie voor meer informatie het item "Psychische belasting" op deze website.

Naar handelwijze en productinformatie


Protocol overledenenzorg / afleggen / laatste zorg overledene

  1. Inleiding
  1. Veiligheid medewerker(s) bij overledenenzorg
  1. Het doel van de laatste zorg
  1. Mogelijkheden en beperkingen bij overledenenzorg
  1. De uitvaartondernemer
  1. Cultuur en religie bij verzorging overledene
  1. Wanneer mag worden begonnen met de laatste zorg?
  1. Handelingen tussen moment van overlijden en laatste zorg
  1. De nabestaanden (de opdrachtgever) - overledenenzorg / uitvaartzorg
  1. Nabestaanden helpen mee met de laatste zorg
  1. Hygiëne tijdens overledenenzorg
  1. Koelen ter conservering overledene
  1. Wat is nodig bij de laatste zorg?
  1. Advies omtrent laatste zorg overledene
  1. Ontkleden overledene
  1. Wassen overledene
  1. Aandoen van incontinentiemateriaal bij een overledene
  1. Scheren overledene
  1. Neusverzorging overledene
  1. Mondzorg bij een overledene
  1. Overledene en gebitsprothese
  1. Haarverzorging overledene
  1. Nagelverzorging overledene
  1. Wondverzorging en restauratie overledene
  1. Het aankleden van een overledene
  1. Overledene en panty’s, nylon kousen en schoenen
  1. Verzorging lippen overledene
  1. Make-up overledene
  1. Sieraden overledene
  1. Overledene en camoufleren van huidverkleuringen, huidoneffenheden en huiddefecten
  1. Laatste handelingen en opbaren overledene
  1. Sluiten mond overledene
  1. Overledene en lekken uit de mond
  1. Sluiten ogen overledene
  1. Geurvorming overledene
  1. Identificatie overledene
  1. Thanatopraxie / balsemen (embalming)
  1. Overledene en drains, katheters, infuus, ap stoma, up stoma, tracheastoma en maagsonde
  1. Overledene en medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)
  1. Obductie / sectie / inwendige lijkschouw
  1. Overledenenzorg bij donatie
  1. Ter beschikking stelling van de wetenschap
  1. De Hersenbank
  1. Overdracht van kleding van de overledene aan de nabestaanden
  1. Belangrijke wetenswaardigheden voor nabestaanden
  1. Overdracht tussen de verschillende disciplines

© Copyright 2005 - Wiegman Communications www.uitvaart-adresgids.nl / www.overledenenzorgpro.nl