Auteur: Marc Wiegman
Deelprotocollen

Handelwijzen en productinformatie

Overledene en medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)

Er zijn verschillende medische toepassingen met batterij waarvan het wenselijk is dat deze bij een overledene worden uitgenomen. U kunt dan denken aan een pacemaker, een neurostimulator, een blaasstimulator en een inwendige insulinepomp.

Een protocol voor het uitnemen van een medische toepassing met batterij is te vinden in het item ”Verwijderen medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)”.

Belangrijk
Vooral bij het uitnemen van een ICD/CRT-D pacemaker is het van belang dat de medewerker op de hoogte is van de defibrillatie die een dergelijke pacemaker kan veroorzaken.
Een tijdens het verwijderen van de ICD pacemaker veroorzaakte defibrillatie kan voor de medewerker schadelijk zijn voor de gezondheid!!!

Belangrijk
Voor het uitnemen van een ICD/CRT-D pacemaker geeft het National Center for Biotechnology Information, U.S. National Library of Medicine advies met betrekking tot de handschoenen de medewerker dient te dragen om elektrocutie door defibrillatie te voorkomen.

Voor het uitnemen van een medische toepassing met batterij zijn verschillende materialen nodig.

Beschreven zijn:

Verwijderen medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)

Bij gebruik van de benoemde producten dient u de bijgeleverde gebruiksaanwijzing door te lezen en benoemde veiligheidsinstructies in acht te nemen!

Verwijderen medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)

Pacemaker magneet

Een ICD / CRT-D pacemaker kan worden uitgezet met een daarvoor bestemde magneet. De magneet dient u te fixeren aan de ICD / CRT-D pacemaker.

Nadeel bij het gebruik van de magneet om de pacemaker uit te schakelen is dat u nooit zeker bent of de defibrillatie ook daadwerkelijk is geïnactiveerd. Dit is niet aan de pacemaker te zien.

Een ander nadeel is dat de locatie van plaatsing van de magneet op de pacemaker van belang is om de pacemaker de inactiveren en deze verschilt per merk en soort pacemaker.

Meer informatie hierover is te vinden in het item ”Verwijderen medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)”.

Scalpel

Elke handeling op de overledene waarbij gebruik wordt gemaakt van een scalpel betreft een invasieve handeling.
Voor de kwaliteit van overledenenzorg is het van belang dat invasieve handelingen worden verricht door personen die zich bekwaam achten.

In Nederland bestaat geen wetgeving voor het realiseren van kleine invasieve handelingen op een overledene.
Iedereen die zich bekwaam acht mag dan ook een pacemaker, een inwendige insulinepomp of een neurostimulator (medische apparatuur met batterij) verwijderen.
Invasieve handelingen mogen alleen plaatsvinden in opdracht van de nabestaanden (omdat de overledene aan de nabestaanden toebehoort) of in opdracht van justitie (politie).

Voor ontleding van, en sectie op een overledene bestaat wel wetgeving.
Deze wetgeving staat benoemd in de Wet op de Lijkbezorging.

Belangrijk

  • Om prik- en snijaccidenten te voorkomen dient een gebruikte scalpel na gebruik direct in de naaldencontainer te worden gedeponeerd.

    Verwijder een scalpel indien mogelijk niet met de handen van een scalpelhouder, maar maak indien aanwezig gebruik van de daarvoor bestemde groeven aan de bovenzijde van de naaldencontainer!

  • Laat een scalpel nooit los in een overledenenzorgkoffer slingeren (besmette omgeving!). Dit geeft een groot gevaar voor het risico tot prik- en snijaccidentenen!

Pincet (lang)

Met een lange pincet hebt u de mogelijkheid om de medische toepassing vrij te leggen van omliggende weefsel.
Dit lukt het beste als tegelijkertijd met de andere hand druk wordt uitgeoefend op de huid onder de medische toepassing (zoals een pacemaker).

Schaar / draadkniptang

Met een schaar (geschikt om deze elektroden door te knippen) of met een draadkniptang kunnen de aanwezige elektroden worden doorgeknipt.

Bij het gebruik van een schaar is van belang om de elektroden (snoeren) zover mogelijk in de schaar door te voeren zodat u kracht kunt uitoefenen en het snijblad van de schaar niet beschadigd. Het is af te raden om voor deze handeling een kwetsbare chirurgische schaar te gebruiken!

Dikke elektroden (snoeren) van een ICD / CRT-D pacemaker dient u te verwijderen met een geïsoleerde draadtang (CEI norm 900). Zie voor meer informatie het item ”Verwijderen medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)”.

Vette watten

Om de wond vochtdicht te sluiten kan voor aanvang hechten / lijmen vette watten in de wond worden geplaatst. Dit geeft extra bescherming om lekkage te voorkomen.

Obductienaald en draad

Als wondranden niet / niet goed bij elkaar komen of spanning op de wond komt te staan is het advies om de wond te sluiten door te hechten (obductiesteek). Hiervoor is nodig een obductienaald en draad. De obductiesteek is bij een goede toepassing vochtafsluitend.

Als vette watten in de wond is geplaatst om doorlekken te voorkomen dient u niet door de watten heen te hechten. U trekt dan de vette watten met het hechten mee uit de wond waardoor het hechten onmogelijk wordt.

Pleister

Om de wond te bedekken en eventuele lekkage op te vangen kan een pleister over de wond worden geplaatst.

Wondlijm

Wondlijm is een snelwerkende lijm (plakt binnen een paar seconden).

Met wondlijm zijn wonden waarbij geen spanning op de wond staat goed te sluiten.

In geval spanning op een gelijmde wond staat bestaat de mogelijkheid dat de wond niet / slecht sluit of dat de wond op een later moment alsnog opengaat. In dit geval kunnen hechttechnieken, voor het sluiten van de wond met lijm, de spanning op de wond doen verminderen.

Wondlijm dient op een droog oppervlak te worden aangebracht.

Belangrijk
De wondlijm is alleen geschikt voor gebruik bij overledenen!

Wetenswaardigheid
Wondlijm in de overledenenzorg betreft een snelwerkende lijm voor leer op leer.


Protocol overledenenzorg / afleggen / laatste zorg overledene

  1. Inleiding
  1. Veiligheid medewerker(s) bij overledenenzorg
  1. Het doel van de laatste zorg
  1. Mogelijkheden en beperkingen bij overledenenzorg
  1. De uitvaartondernemer
  1. Cultuur en religie bij verzorging overledene
  1. Wanneer mag worden begonnen met de laatste zorg?
  1. Handelingen tussen moment van overlijden en laatste zorg
  1. De nabestaanden (de opdrachtgever) - overledenenzorg / uitvaartzorg
  1. Nabestaanden helpen mee met de laatste zorg
  1. Hygiëne tijdens overledenenzorg
  1. Koelen ter conservering overledene
  1. Wat is nodig bij de laatste zorg?
  1. Advies omtrent laatste zorg overledene
  1. Ontkleden overledene
  1. Wassen overledene
  1. Aandoen van incontinentiemateriaal bij een overledene
  1. Scheren overledene
  1. Neusverzorging overledene
  1. Mondzorg bij een overledene
  1. Overledene en gebitsprothese
  1. Haarverzorging overledene
  1. Nagelverzorging overledene
  1. Wondverzorging en restauratie overledene
  1. Het aankleden van een overledene
  1. Overledene en panty’s, nylon kousen en schoenen
  1. Verzorging lippen overledene
  1. Make-up overledene
  1. Sieraden overledene
  1. Overledene en camoufleren van huidverkleuringen, huidoneffenheden en huiddefecten
  1. Laatste handelingen en opbaren overledene
  1. Sluiten mond overledene
  1. Overledene en lekken uit de mond
  1. Sluiten ogen overledene
  1. Geurvorming overledene
  1. Identificatie overledene
  1. Thanatopraxie / balsemen (embalming)
  1. Overledene en drains, katheters, infuus, ap stoma, up stoma, tracheastoma en maagsonde
  1. Overledene en medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)
    • Handelwijzen en productinformatie
  1. Obductie / sectie / inwendige lijkschouw
  1. Overledenenzorg bij donatie
  1. Ter beschikking stelling van de wetenschap
  1. De Hersenbank
  1. Overdracht van kleding van de overledene aan de nabestaanden
  1. Belangrijke wetenswaardigheden voor nabestaanden
  1. Overdracht tussen de verschillende disciplines

© Copyright 2005 - Wiegman Communications www.uitvaart-adresgids.nl / www.overledenenzorgpro.nl