Putrefactie is zeker het minst prettige stadium van het ontbindingsproces van het menselijke lichaam en wordt ook wel aangeduid als decompositie of ontbinding.
Als waarschuwing vooraf...
In dit item wordt tot in detail een beschrijving weergeven van het ontbindingsproces putrefactie.
Dit proces begint binnen drie dagen na het intreden van de dood. Bij warm weer of in geval van de aanwezigheid van veel (schadelijke) micro-organismen in het lichaam kan dit proces voorspoediger optreden. Insecten leggen, als de mogelijkheid het toelaat, eieren in het dode lichaam. Het lichaam begint van kleur te veranderen met als opvallendste "het wegschieten van kleuren" langs de slagaders en aders gelegen aan het huidoppervlak (marmer tekening / marmering). Dit komt doordat het bloed begint te ontbinden en bacteriën de overhand krijgen. De kleur van de huid verdonkert ook.
Ongeveer een week na de intreding van de dood beginnen gassen, die door bacteriële en chemische processen worden geproduceerd, opzwelling van het lichaam te veroorzaken. Bacteriën die tijdens het leven nuttig waren zoals de bacteriën in het spijsverteringskanaal keren zich na de dood tegen het lichaam. Nu gebruiken diezelfde bacteriën het dode lichaam als voedselbron. Door deze processen worden de interne organen vloeibaar. Binnen twee weken na intreding van de dood komen producten van ontbinding uit de lichaamsopeningen zoals uit de mond, de neus, de anus en eventuele andere lichaamsopeningen (bijvoorbeeld wonden).
De stank van rotting is op dit moment overweldigend aanwezig. Binnen enkele weken zal onder druk weefsel openspringen waarbij lichaamsinhoud (ontbindingsproducten) vrijkomen. Deze vloeistof wordt opgenomen door de kleding van de overledene, de kistvoering, het bedmatras, de vloer of de grond. Enorme hoeveelheden insectenlarven kunnen uit het lichaam komen als insecten eerder toegang hebben gekregen om eitjes te leggen.
Op dit moment is het lichaam een zeer onsamenhangend en smerig “voorwerp” geworden. De overledene zal op dit moment niet meer herkenbaar zijn als het individu dat het is geweest.
Het benoemde tijdsbestek kan wisselen en is afhankelijk van omgevingscondities, de voortgang van groei van (schadelijke) micro-organismen, het soort micro-organismen in het lichaam en of insecten toegang hebben tot de overledene.
Het ontbindingsproces putrefactie (decompositie / verrotting / ontbinding) kan worden vertraagd door conservering van de overledene door koelen of door thanatopraxie (milde vorm van balsemen). Door conservering kan mogelijk opbaring tot aan de dag van de uitvaart plaatsvinden.
Het ontbindingsproces putrefactie (decompositie / verrotting / ontbinding) kan voor zeer lange tijd worden geremd door het lichaam van een overledene te balsemen. Bij dit proces wordt via infusie tot op cellulair niveau een conserverende middel aangebracht (veelal met een hoge concentratie formaldehyde / formaline). Conservering van een overledene door middel van balsemen is in Nederland niet toegestaan tenzij repatriëring van de overledene naar het buitenland plaatsheeft (dit verschilt per land van repatriëring) of bij een overledene die ter beschikking wordt gesteld voor wetenschappelijk onderzoek.
De Wet op de lijkbezorging is niet van toepassing op leden van het Nederlandse Koninklijke Huis (Wet op de lijkbezorging artikel 87). Indien leden van het Nederlandse koninklijk huis dit wensen is na overlijden balsemen toegestaan.
In de praktijk komt in geval van een onwenselijk voorspoedig ontbindingsproces voor dat medicatiegebruik voor overlijden als oorzaak door de uitvaartdienstverlener wordt benoemd. Er zijn echter zeer weinig medicamenten die van invloed zijn op het ontbindingsproces na overlijden.
Als de uitvaartdienstverlener onwetend is dat verlate conservering in een zorginstelling heeft plaatsgevonden zal deze mogelijk uit onbegrip medicatiegebruik als oorzaak benoemen.
De enige medicamenteuze behandeling waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat deze van invloed kan zijn op het ontbindingsproces is infusievloeistof waarbij door overvloedige toediening overvulling in het lichaam tot op cellulair niveau heeft plaatsgevonden of doordat het lichaam in de laatste levensfase toegediende infusievloeistof (door ziekte) niet kon afvoeren.
Bij een waterlijk kan sprake zijn van putrefactie. Dit betreft dan een overledene die een langere periode in het water heeft gelegen waarbij op lichaamsdelen die boven het wateroppervlak in de schaduwzijde uit de wind hebben gelegen putrefactie kan ontstaan. Vaak ziet men dan dat op een waterlijk alle vormen van ontbinding aanwezig zijn. Een waterlijk geeft doorgaans een zeer onaangename geur afkomstig van de processen putrefactie en maceratie.
Naar het item "Het menselijk lichaam na overlijden"