Auteur: Marc Wiegman
Deelprotocollen

Prik-, snij-, spataccident

In de overledenenzorg werkt men met besmet materiaal. Het is altijd mogelijk dat medewerkers besmet worden.

Dit kan gebeuren door:

  • Zich te prikken aan besmet materiaal, denk aan naalden (prikaccident / prikongeval).
  • Zich te snijden aan besmet materiaal, denk aan bot, scalpel (snij–accident / snijongeval).
  • Het opspatten van besmet materiaal, denk aan lichaamsvocht en weefsel dat afkomstig is van een overledene (spataccident / spatongeval).

HANDELWIJZEN NA PRIK-, SNIJ-, SPATACCIDENT

Uw werkgever heeft een Prik- snij- spataccident protocol

  • U volgt het Prik- snij- spataccident protocol van uw werkgever!

Er is geen sprake van een Prik- snij- spataccident protocol


Wat te doen in geval van een (mogelijke) besmetting?

Bij een prikongeval, snijwonden, bloed of micro–organismen op open wonden en / of niet–intacte huid:

  • Laat na het accident de prik-, snijwond goed doorbloeden (niet stelpen)
  • Spoel de wond met lauwwarm water
  • Desinfecteer de wond met een huiddesinfectans: 70% alcohol of 70% isopropanol of een (povidon) jodiumoplossing
  • Medewerkers gezondheidszorg, ambulancediensten, brandweer en politiediensten dienen het Prik-, snij-, spataccidenten Protocol van de werkgever te volgen!
  • Bij dienstverleners waar geen sprake is van een Prik-, snij-, spataccidenten Protocol dient men onmiddellijk contact op te nemen met een arts op een spoedeisende hulp.

Bij bloed of micro–organismen op slijmvliezen (bijvoorbeeld ogen, mond, neus):

  • (Neus eerst snuiten, lichaamsvreemde stoffen in de mond eerst uitspugen)
  • Bij spataccidenten op de huid of slijmvliezen (oog of mond) wordt het oppervlak direct en grondig gespoeld met fysiologisch zout of eventueel water.
  • Medewerkers gezondheidszorg, ambulancediensten, brandweer en politiediensten dienen het Prik-, snij-, spataccidenten Protocol van de werkgever te volgen!
  • Bij dienstverleners waar geen sprake is van een Prik-, snij-, spataccidenten Protocol dient men onmiddellijk contact op te nemen met een arts op een spoedeisende hulp.

Bij bloed of micro–organismen op gave huid en op gesloten wondjes:

  • Wassen met water en zeep (desinfecterende zeep)
  • Desinfecteren met (hand)alcohol
  • Indien u toch vermoeden heeft dat sprake is van besmetting dient u het Prik-, snij-, spataccidenten Protocol van de werkgever te volgen!
  • Indien u toch vermoeden heeft dat sprake is van besmetting en geen sprake is van een Prik-, snij-, spataccidenten Protocol dient u direct contact op met een arts op een spoedeisende hulp!!!

Handelwijzen behandelende arts

Bij het volgen van het Prik-, snij-, spataccidenten Protocol / tijdens behandeling door een arts op een spoedeisende hulp zal de arts nagaan of er sprake is van besmetting en u, indien nodig, behandelen. Bij een huisarts duurt dit proces vaak langer, waarbij mogelijk kostbare tijd verloren gaat.

Onderzoek naar eventuele besmetting

Er zijn twee manieren om na te gaan of iemand na een prik-, snij-, spataccident besmet is.

  • Men wacht de incubatietijd af (incubatietijd is de tijd tussen besmetting en het moment dat een ziekte zich openbaart). In geval iemand besmet is, wordt een eventueel mogelijke behandeling ingezet.
  • Men doet onderzoek op de mogelijke besmettingshaard (de overledene) om te kijken of er van risicovolle besmetting sprake is. Indien dit het geval is, kan bij het snij–/prikaccident–slachtoffer een preventieve behandeling worden ingezet.
Absolute zekerheid is er pas op het moment dat de incubatietijd van alle bekende ziekten verstreken is (het is namelijk altijd mogelijk dat de besmettingshaard op het moment van besmetting ook in de fase van incubatietijd verkeerde en een aandoening nog niet is waar te nemen).
In beide gevallen is het prik-, snij-, spataccident–slachtoffer ongeveer een jaar in onzekerheid over een mogelijke besmetting. Een onderzoek na deze periode kan zekerheid verschaffen of van enige vorm van besmetting sprake is.

    Voorbeeld incubatietijd:

    De incubatietijd van griep (influenza) is enkele dagen. De incubatietijd van Hepatitis–B is 6 weken tot 6 maanden.

Overledene besmet / vrijgeven overledene

In elke situatie (binnen én buiten een zorginstelling) is het belangrijk om eerst de vragen en het onderzoek van de arts af te wachten alvorens de overledene vrij te geven. Het kan zijn dat bij de overledene een bloedmonster moet worden afgenomen om te kijken of de overledene besmet is, en zo ja, welke besmetting dit dan betreft. Als de overledene besmet is met een schadelijk micro–organisme, kan de arts een gerichte behandeling inzetten bij het prik-, snij-, spataccident–slachtoffer.

Als bloed bij de overledene moet worden afgenomen, dient men zo spoedig mogelijk toestemming te krijgen bij de nabestaanden. Vertel nabestaanden duidelijk wat het doel is. Laat eventueel uw behandelend arts contact met de nabestaanden opnemen om toestemming te verkrijgen.

Een arts die het prik-, snij-, spataccident–slachtoffer behandeld kan ook contact opnemen met de behandelende arts van de overledene om te vragen of sprake is van besmettingsrisico.

Naast snij–, prik– en spataccidenten zijn er een aantal andere besmettingsgevaren.

Chemische besmetting

Bij een chemische besmetting dient men zo snel mogelijk het contact met de chemische stof te verbreken.

Aërogene besmetting

Als er sprake is van een mogelijke aërogene besmetting, dient men de neus goed uit te snuiten om zo mogelijk de neusholte te ontdoen van zoveel mogelijk ziekmakende micro–organismen.

Besmetting algemeen

In alle gevallen dient de besmetting afgehandeld te worden als prik-, snij-, spataccident.
Bij (mogelijke) besmetting moet men zich altijd onmiddellijk onder behandeling stellen van een arts (in verband met urgentie het liefst op een spoedeisende hulp).

    Elke overledene moet als besmet worden beschouwd totdat het tegendeel is bewezen. Het tegendeel wordt in principe nooit bewezen, dus…. BESCHERM JEZELF ALTIJD!
Door je te houden aan deze regel voorkom je een mogelijke ziekte, een hoop last en onnodige zorgen.

Prik-, snij-, spataccident protocol

In geval van een prik-, snij- of spataccident dient een adequaat Prik-, snij-, spataccident protocol te worden gevolgd!
Bijna alle werkgevers in de gezondheidszorg beschikken over een dergelijk protocol. U volgt de aangegeven instructie van dit instellingsprotocol!

Ook nooddiensten zoals politie, brandweer en ambulancediensten beschikken doorgaans over een werkinstructie met betrekking tot prik-, snij-, spataccidenten. Medewerkers van deze diensten dienen als sprake is van een prik-, snij-, spataccident dit protocol te volgen.

Als geen sprake is van een "Prik-, snij-, spataccident protocol" dient u direct te handelen volgens de instructies zoals staan beschreven in dit protocol.

Commerciële dienstverleners buiten de zorgsector die werken met overledenen, kunnen mogelijk een overeenkomst aangaan met een zorginstelling in de buurt. Na het maken van deze afspraak kan men in het prik-, snij-, spataccident protocol van de zorginstelling meedraaien. Om dit te realiseren, kan de werkgever contact opnemen met een ziekenhuis. Het is mogelijk dat hier voor de werkgever kosten aan verbonden zijn.
Medewerkers commerciële dienstverlening kunnen zich in geval van een (mogelijke) besmetting ook melden bij de spoedeisende hulp of de GGD.

Download


© Copyright 2005 - Wiegman Communications www.uitvaart-adresgids.nl / www.overledenenzorgpro.nl